Over mij.

Mijn foto
Ik ben Charlotte, kom uit Amsterdam, en ik maak de gekste dingen mee. Dat is mijn vloek. En deze dingen en ervaringen, deel ik hier. Om maar het beste van mijn vloek te maken.

dinsdag 29 april 2014

Klankkasten en strijkstokken.

Toen ik 4 was, zat ik op muziekles. Om de zoveel weken leerden we een nieuw muziekinstrument bespelen. Ik heb djembé, piano, triangel en viool gespeeld. Door het laatste instrument heb ik besloten om alt-viool te spelen. Veel mensen horen het verschil niet tussen een alt en een normale viool, maar eigenlijk is het heel simpel om te horen. Op het moment dat de snaren op de juiste manier geraakt worden, heb je bij de alt donkere volle tonen. Op het moment dat je bij een viool op de juiste manier raakt komt er nog steeds hoog gekras uit. 

Oké, vooruit, viool is ook zeker een prachtig instrument. En zeker niet de makkelijkste. Je vingers in onmogelijke bochten wringen, om die ene toon te kunnen halen. Ondertussen een strijkstok op en neer bewegen. Luisteren of de noten niet vals zijn. En noten lezen natuurlijk. Maar als je dan eindelijk wel de juiste noot raakt, en de noot daarop ook, en de rest van het nummer zo mooi zuiver speelt, dan is het al het eelt op je vingers zeker waard. 

Ik heb tien jaar lang alt gespeeld. Elke maandag, na school, was ik met een rechthoekige kist op m'n rug op weg naar de muziekschool. Maar op een gegeven moment ging het ondanks de mooie muziek toch vervelen. Waarschijnlijk omdat ik, doordat ik niet genoeg oefende, niet de noten maakte die ik wilde maken. Dat het spelen van de ellenlange stukken niet ging zoals het moest frustreerde me mateloos. En ondanks dat ik normaal niet snel opgeef, heb ik toen mijn alt-viool neergelegd, en ben ik gestopt. 

Nu, 6 jaar later, heb ik twee nichtjes die viool spelen. De oudste is nu 12, en speelt een stuk beter dan ik ooit heb gedaan. Ontzettend frustrerend, maar het is echt mijn eigen schuld. Op de momenten dat het qua muziek maken moest, had ik niet genoeg doorzettingsvermogen. 

Tussendoor heb ik een jaar zangles gehad, en waar het kan ben ik niet bang om in keihard zingen uit te barsten (was het leven maar één grote musical). Ik zeg niet dat het goed zingen is, maar ik vind het heerlijk om te doen. Soms vraag ik me nog wel af hoe het zou zijn geweest als ik door was gegaan met alt-viool spelen. Of als ik in ieder geval vaker geoefend had, of het dan leuker was geweest. 

Wie weet pak ik ooit nog de kleine klankkast en strijkstok op. En zal ik eindelijk de sterren van de hemel spelen. Voor nu mijmer ik nog even weg bij de muziekstukken van Mozart, Pachelbel, Handel en Bach... 

zondag 20 april 2014

Vrouwen...

Vrouwen hebben rare trekjes. Hoe hard menig vrouwelijk persoon dit probeert te ontkennen, ook wij kunnen er echt niet om heen. En natuurlijk; mannen kunnen ook behoorlijk goed gedrag vertonen wat niet anders te verklaren is dan dat ze een klap van de molen hebben gehad, of als kind iets te vaak op hun hoofd zijn gevallen. Maar vanuit mannelijk oogpunt kan ik niet spreken, dus sla ik deze even over. 

1. Vrouwen zijn kribbig.
Volgens mij heeft dit praktisch geen uitleg nodig. Iedereen, man, vrouw, kind, kat, hond, rondvliegend projectiel, kan hier wel over mee praten. Vaak genoeg vind ik mezelf een chagrijnig kutwijf, en heb ik oprecht geen flauw idee waar het vandaan komt. That time of the month (die niet doorzet)een slechte nachtrust, een ogenschijnlijke zwangerschap, een goede nachtrust... Wie zal het zeggen? Ik heb het zelf vaak genoeg meegemaakt, dat ik me ergens aan erger en dat ik geen flauw idee heb waar deze ergernis vandaan komt; Bijvoorbeeld, de buren van mijn ouders. Ik heb van vaders en moeders al meerdere keren vernomen dat het op zich prima kerels zijn, maar de keren dat ik op visite ben hoor ik keiharde, dreunende muziek (die ik op elk ander moment waarschijnlijk ontzettend had gewaardeerd) door het plafond heen komen en erger ik me rot. Op zaterdagavond houd dit rond een uurtje of elf wel weer op, dan rijden ze allemaal weg op hun luidruchtige scootertjes die ze eigenlijk al ontgroeid zouden moeten zijn en komen later op de avond terug met nóg luidruchtigere meiden die allemaal even hard hun best doen om zo hard te gillen dat je trommelvlies scheurt. 
Kijk. Dat ik me daar aan erger, dat begrijp ik eigenlijk al niet, ik ben 20 en zou het niet zo'n ramp moeten vinden dat er eindelijk wat jongere mensen in mijn oude straat wonen. Al mijn oude buren kunnen zo jong doen als ze willen, jeugdiger worden ze er echt niet op. 
Maar het ding is, dat op de momenten dat de beruchte bovenburen zich eigenlijk behoorlijk rustig en beschaafd houden, ik zelfs het kleinste geluidje wat ze produceren, al verschrikkelijk irritant vind. Verschrikkelijk is misschien nog zacht uitgedrukt. Ik vind het eigenlijk ontzettend arrogante klootzakken en vind dat ze best eens aan hun manieren mogen werken, want ze wonen nou eenmaal niet meer in een studentenhuis, en wel in een rustige (buiten)wijk (weliswaar in Amsterdam) waar het normaal is om je buren niet met jouw gefeest lastig te vallen. En als ik dat begin te denken, dán loopt het natuurlijk wel uit de klauwen. Maar dat is, simpelweg, de vrouw in mij die naar boven komt.    

2. Vrouwen haten elkaar.
Oké, vooruit, niet ELKE vrouw haat elkaar. Maar er zijn er genoeg die we niet mogen. Misschien is het ook meer een kwestie van benijden. Daar hoeft niet veel voor nodig te zijn. Het hoeft maar iets simpels te zijn als de schoenen die zij zich wél kan veroorloven en ik niet, of de manier waarop zij wel met een bepaalde trots over straat kan lopen en ik nog net niet over mijn eigen benen struikel. Onzin natuurlijk, want als we de tijdschriften/tv-programma's/etc. mogen geloven en ons niks aantrekken van hetzelfde kreng wat wél die schoenen kan dragen en ondertussen verschrikkelijke haatopmerkingen naar je hoofd gooit omdat ze jaloers is op je blouse... Mogen we er allemaal stuk voor stuk, op onze eigen manier, best wezen.
Jaloezie is op zich best iets waardoor je positief kan veranderen. Jezelf verbeteren bijvoorbeeld. Het zorgt jammer genoeg bij vrouwen meer voor negativiteit en haat, dan dat ze er een les uit halen. In the heat of the moment denk je namelijk niet aan dat soort dingen.   

3. Vrouwen vallen op klootzakken.
Misschien niet een van de punten die vooraan staat, maar zeker wel een van de punten die mij eigenlijk altijd opvalt. Bij mezelf dan vooral, en als ik vriendinnen, vrienden en het internet mag geloven, ben ik echt niet de enige. 
"Vrouwen vallen altijd op klootzakken, en laten de lieve jongens die ze alles willen geven achter in de Friend- of Familyzone..." 
Om dit even compleet nutteloos te analyseren: Welk meisje droomt er niet van om haar eigen persoonlijke klootzak, net als in de films, om te toveren in de jongen die bij haar wél lief is en weet wat goed voor haar is, en haar de hele wereld zou willen geven. Ik weet dat mijn leven af en toe een Hollywood touch kan gebruiken. Zeker als deze "touch" zo lang op zich laat wachten. 

Echter, op het moment dat ik dit penibele punt met mijn moeder wilde bespreken kwam ze met de logische en anti-sprookjes verklaring; namelijk dat vrouwen op klootzakken vallen, omdat ze onbewust geen relatie willen, en weten dat ze met de desbetreffende kerel toch geen toekomst op kunnen bouwen. Hoe sprookjesachtig de transformatie van kikker naar prins ook klinkt, blijft deze over het algemeen gesproken meestal uit. Ook al wordt nog zo hard geroepen dat mannen degene zijn die niet monogaam kunnen zijn, pas op het moment dat de vrouw zelf ook aan een relatie toe is zal ze de kikkers echt gaan ontwijken en regelrecht op haar doel af gaan. 


4. Vrouwen denken dat ze alles beter weten. 
Maar dat is alleen maar omdat we het beste met je voor hebben. En omdat het zo is.


En om deze lijst af te sluiten; dit is zeker GÉÉN vrijbrief voor de mannen die dit lezen. Dit is meer een lijst met ergernissen waar ik vrij zeker van weet dat er een paar vrouwen zijn die sommige punten goed herkennen.
Zo niet, kan mij het schelen. Ik mag er namelijk best wezen. Ondanks mijn kribbigheid, lack of judgement jegens mannen, en haat tegen andere vrouwen. Oh ja, en de bovenburen van mijn ouders. Maar dat spreekt voor zich. 

maandag 14 april 2014

Zeg 'ns aaaaaaaah.

Door een productie foutje van mijn eigen lichaam, mis ik een paar tanden. Vier om precies te zijn; 2 kiezen en twee snijtanden. Sinds mijn 11e zijn de orthodontist en de tandarts flink bezig geweest om mijn tanden goed te zetten en er een mooi totaalplaatje van te maken. 

Ik begon met een draadje tegen mijn gehemelte, wat niet heel vervelend was, behalve als ik spaghetti of spinazie (of ander sliertjes voedsel) at, wat zich als laatste reddingsmiddel nog aan dat kleine draadje vast kon klampen, om niet opgegeten te worden. Wat resulteerde in voedsel wat half in mijn keel hing en voor vele hoestbuien (en dergelijke) heeft gezorgd. 

Hierop volgde de buitenboord beugel. Een monsterlijk apparaat wat om je nek heen gaat en je kaken verbreed, die ik 14 uur per dag in moest doen. En dat bleek nog verdomde moeilijk. Meestal haalde ik net de 8 uur. Als ik geluk had. Wat ervoor zorgde dat ik er nog langer over deed voor ik eindelijk de volgende stap kon ondergaan: slotjes. 

Nou heeft het grote deel van de mensen die ik ken ook slotjes gehad. En kent iedereen volgens mij wel het gevoel wat slotjes veroorzaakt. Het trekkende of drukkende gevoel als net de draadjes zijn aangedraaid, het moeizame kunnen kauwen, de etensresten die soms onbewust nogal prominent bij je voortanden blijven hangen. Er bestaat een hele lijst met nadelen, maar uiteindelijk gaat het maar om een ding. Dat je tanden mooi, recht en netjes naast elkaar in een rijtje in je mond staan en die prachtige lach vertonen waar je zo lang op gewacht hebt. 

Ja. Of je heet Charlotte en de orthodontist doet even het compleet tegenovergestelde. Ongeveer anderhalf jaar voordat mijn beugel eruit ging kreeg ik twee veertjes bij m'n voortanden die ervoor zorgden dat de twee snijtanden ernaast werden weg geduwd. Hierdoor bestond mijn lach uiteindelijk uit twee voortanden, daarnaast twee gapende gaten, en daarnaast de rest van mijn gebit. Zie je het voor je? Ja, dat Hill Billy gebit was niet helemaal waar ik naar op zoek was. Toen deze ruimte klaar was hadden ze twee neppe tanden gemaakt, en deze aan de slotjes gehangen, om ervoor te zorgen dat die grote gapende gaten niet meer aanwezig waren, en ik een soort van, van mijn hazen-gebitje af was. 

En het laatste jaar had ik de blokbeugel. Op dit moment lette ik niet meer op wat al deze verschillende beugels konden doen en welke kant ze je tanden op duwden, ik geloofde het wel en zou het wel zien. Het enige wat ik nog wel weet is dat het een blok in je mond is die je 's nachts mocht dragen (godzijdank) en ervoor zorgt dat je je mond niet dicht kan doen, waardoor je 's ochtends wakker wordt met een kwijlplek op je kussen waar zelfs de honden van Pavlov nog jaloers op zijn. 

Net voor mijn 17e verjaardag gingen ein-de-lijk de slotjes eruit. En had ik nog steeds een draadje in mijn mond, om te zorgen dat de neptanden vast bleven zitten. In tranen ben ik van de orthodontist naar school gefietst, om daar in de armen van mijn vriendinnen te duiken. Ik wilde zó graag een foto posten van een beugelloze Charlotte, en zelfs zonder slotjes had ik nog een ding in mijn mond. Mijn beste vriendin en ik noemde het mijn kunstgebit, simpelweg omdat het twee tanden waren die ik eruit kon wippen. Ik zat nog net niet aan de Kukident. 

Nu, drie jaar later loop ik rond met twee nep tanden die aan de tanden daarnaast zitten vastgeplakt. Niemand die het opvalt, zelfs niet als ik het vertel. Sinds kort loop ik bij een implantoloog en gaan 'zij' de ruimte bij mijn kiezen opvullen. Vandaag lag ik om kwart over 8 's ochtends in de tandartsstoel terwijl de vriendelijke tandarts geruststellend mijn verdoving gaf. Waar ik verder niks van voelde, maar het was fijn dat 'ie zo begripvol deed. Eerst moest ik mijn mond spoelen. Voor de mensen die wel eens verdoofd zijn in hun tandvlees, wang, etcetera, weten dat dat nog best ingewikkeld is. Telkens als je een slok neemt sijpelt het door een mondhoek er net zo hard weer uit, omdat je deze kant van je mond niet helemaal onder controle hebt. 

Maar goed, terug op de stoel. Er werd een blauw achtige doek over mijn hoofd gelegd, waar een gat in zat om bij mijn mond te komen, en ze gingen aan de slag. Tien minuten van gehannes, geboor, gesjor, getrek, en tegen een blauw vlak aan kijken, en ik was klaar. Snel nog even een röntgenfoto moeten maken (waar de eeuwige grap 'lachen naar het vogeltje' werd geroepen, en ik mocht weer gaan. 


Ik ben er nog lang niet. Op de schroef die vandaag in mijn mond is geboord wordt een tand geplaatst, aan de andere kant moet nog een kies getrokken worden en gebeurd precies dezelfde procedure. Genezingstijd en dergelijke daar gelaten. Maar een ding scheelt, ondanks al het gedoe met tanden die niet goed staan, of nooit tot ontwikkeling zijn gekomen, heb ik geen verstandskiezen, en hoeven deze niet getrokken te worden. 

Terwijl ik dit heb getypt, is de verdoving uitgewerkt en zit er een kloppende pijn in mijn tandvlees, maar heb ik niet het idee dat ik er heel erg veel last van zal krijgen. Vanavond eet ik zacht voedsel (dat is op het randje van babyprut), en morgen zien we wel weer verder. 

Wie mooi wilt zijn, moet pijn lijden. Toch? 



zondag 6 april 2014

Billen, Buik & Borsten.

Sinds kort heb ik een baantje als uitzendkracht. Het is heel simpel; ze bieden je een dienst aan, lijkt deze dienst je leuk en kan je werken, dan pak je hem. Je krijgt een mailtje opgestuurd met daarin de voorschriften voor deze dienst, en je gaat er naar toe. In dit mailtje staan ook voorschriften voor je kleding, en meestal houden deze voorschriften in dat je een nette zwarte pantalon aan moet met een witte blouse. 
Aangezien ik nog NOOIT van mijn hele leven een zwarte pantalon nodig heb gehad, hing deze niet in mijn kledingkast, en ging ik samen met mijn moeder op stap. 

Ik had van een vriendin de hint gekregen om bij de WE te gaan kijken (brand dropping, oh yeah...), maar na drie keer de hele zaak van onder en boven te hebben bekeken hadden we de zwarte pantalon nog steeds niet gevonden. Ik stapte op de verkoopster af die mij het meest capabel leek en vroeg haar of het gezochte kledingstuk nog te verkrijgen was. Al snel was de vrouw heen en weer aan het rennen naar het magazijn en terug, en kwam met een pantalon en nog vijf andere zwarte broeken weer vragend voor me staan.

Begrijp me niet verkeerd, het was lief bedoeld, maar ik vroeg toch echt om een zwarte pantalon, en niet om een wat zij een 'zwarte tregging/legging/kek ding/ik-weet-niet-eens-meer-wat-voor-een-woord-ze-in-haar-mond-nam' noemde. Die op zich ook best leuk waren, maar waar een prijskaart aan hing die ik aangezien ik bij een uitzendbureau werk, toch echt niet kan betalen.

Razendsnel werd ik naar een kledinghokje gedirigeerd, en toen was het moment daar. 
Het moment. Dat ik EIN-DE-LIJK begreep, wat er met een personal shopper bedoelt wordt. Of hoe die meuk ook heten mag. Ik begreep het in ieder geval. Ik heb namelijk nog NOOIT zo persoonlijk gewinkeld. Zelfs bij de Hunkemöller niet. 

De laatste tijd ben ik wellicht een páár kilootjes aangekomen. De een zegt dat je het van mijlenver al ziet en de ander vindt dat ik er nog nooit zo stralend uit heb gezien. Desondanks had ik de vriendelijke verkoopster gevraagd een pantalon te pakken in de maat die ik al jaren draag (for those who must know, een 38, and i'm proud to say it).
En vervolgens kreeg ik hem bijna niet over m'n billen heen. Goed, met wat getrek en gesjor en gebid dat ik de broek niet zou scheuren is het uiteindelijk gelukt, en kreeg ik zelfs het bijbehorende riempje dicht wat niet eens op het strakste gaatje hoefde. Om vervolgens trots het kleedhokje uit te komen. En te horen krijgen, dat ik misschien een maatje groter moet passen. 

Vooruit, dit was mijn moeder dit het zei, van haar kan ik het hebben. Ik had al aan d'r toegegeven dat het gebied rond de heupen, billen en buik niet meer even groot was als voorheen, en dat dit misschien niet de beste tijd was om te gaan winkelen, maar ja, geen pantalon, geen werk. Dus heel veel keus had ik niet. Prima mam, ben het helemaal met je eens. En al gauw kwam de volgende verkoopster aanhollen met een gezicht van 'ik-heb-er-zoveel-zin-in' en op het moment dat ze haar mond opentrok had ik het idee dat ik tegen een typetje van Brigitte Kaandorp aan het praten was. Met de lijzigste stem die ik sinds tijden gehoord had vroeg ze wat het probleem was, en subtiel probeerde ik duidelijk te maken dat deze maat te klein voor me was geworden. Maar dat ik wel van plan was om snel de overtollige kilo's weer kwijt te raken want ze zaten er net pas aan. 

En weer was er een verkoopster naar het magazijn aan het rennen, om even later met lege handen terug te komen. Maat 40 hadden ze niet. De inwendige alarmbellen van verkoopster nummer 1 waren ondertussen afgegaan, en was er ook weer bij komen staan. Waarop verkoopster nummer 1&2 en moeder gingen overleggen wat het handigste was voor mij om te doen. Ik staarde alleen maar naar mijn billen in de pantalon, en bewonderde de rondingen die ik voorheen nog niet zo erg had gehad. 

Todat ik verkoopster 1 opeens hoorde zeggen dat je op jonge leeftijd makkelijk kilo's kwijt kan raken. Pardon?! Ik moest op mijn wang bijten om niet keihard in lachen uit te barsten. Waarop verkoopster 2 zich nog mengde in het gesprek om te roepen dat het bij hen allemaal niet meer zo makkelijk gaat, en dat als ik van het snoepgoed af blijf het binnen twee weken opgelost zou moeten zijn. Ik dook snel het pashokje weer in om me snel uit de pantalon te werken en mijn eigen broek weer aan te doen. Terwijl de dames 1&2 doorkakelden over gewichtsverlies op oudere leeftijd stormde ik het kleedhokje uit en sleurde nog net mijn moeder niet mee aan d'r nekvel. In mijn race naar de kassa wist ik nog net de dames te bedanken, voor ik in lachen uitbarstte. 

Vijf minuten later konden we op zoek naar nette zwarte schoenen en een witte blouse. En weer twee uur later (zwarte nette schoenen zijn praktisch onvindbaar. Zwarte schoenen met een witte zool liggen voor het oprapen, echt. MAAR DIE WIL IK NIET) waren we weer op weg naar de auto. 'Oh mam, wacht even,' riep ik, voor ik in de rij ging staan, die het halve voetpad blokkeerde. 'Nog even een ijsje halen, kan ik nog even van mijn billen genieten...'