Op het Centraal Station zie ik vanaf het perron de pontjes nog een paar keer op en neer varen, en ik geniet van het uitzicht. En dan stap ik in de trein, op zoek naar een nieuw avontuur. Het koffiebekertje dat heen en weer rolt op het kleine tafeltje naast het raam, stoort me niet. Net als de zoete geur van een rottende banaan uit het vuilnisbakje, waarvan ik nooit heb begrepen dat mensen daar fruit in gooien.
Terwijl ik het platte landschap met koeien en schapen aan me voorbij laat gaan denk ik aan waar ik allemaal heen kan. Terug naar New York, en genieten van de wolkenkrabbers, de lichtjes op Times Square, en de héérlijke pizza's van Lombardi's. Struinen over de markt in Rovinj, Kroatië, de wespen ontwijkend die boven de verschillende fruitsoorten zweven, die in alle kleuren van de regenboog in piramidevormen liggen opgestapeld. Of de indrukwekkende parken, tempels, steegjes en grote winkelstraten van de Chinese steden en dorpjes opnieuw ontdekken, omdat je er nooit op uit raakt gekeken.
Of voor het eerst naar Bolivia, Peru, Australie, Nieuw-Zeeland. De landen van boven tot onder uitpluizen, op zoek naar nieuwe avonturen. En in elk land doe ik een nieuwe ervaring op, die ik in mijn koffer weer mee naar huis neem. Waar ik in mijn vertrouwde bedje terug denk aan de reizen die ik heb gemaakt. Maar waar ik vooral zal fantaseren over waar ik nog heen wil gaan.