Over mij.

Mijn foto
Ik ben Charlotte, kom uit Amsterdam, en ik maak de gekste dingen mee. Dat is mijn vloek. En deze dingen en ervaringen, deel ik hier. Om maar het beste van mijn vloek te maken.

zondag 20 juli 2014

Als ik later groot word...

Weet je nog? Vroeger in de kleuterklas, als de juf de grote hamvraag stelde...? 'Wat wil jij later worden?' 

Ik had wilde ideëen over hoe ik voor de klas zou staan en de beste juffrouw ooit zou worden. Tot we in groep 8 moesten verzinnen hoe ons 'volwassenenplan' aan gingen pakken. En mijn klasgenootjes massaal aan kwamen zetten met het plan om popster te worden. Hoe leuk het je dan ook lijkt om voor de klas te staan, zo hip is het helaas niet. 

Toch heb ik nog een aantal jaren volgehouden dat ik de iPABO zou gaan doen. Dit idee heb ik rond de vierde van de middelbare school maar weggegooid. Vijf dagen per week met kinderen werken leek me toch niet zo heel erg tof, en daarbij begonnen mijn schrijfescapades steeds grotere vormen aan te nemen. Op dit moment had ik een vakkenpakket in de pocket die goed te vergelijken was met een pretpakket. Géén wiskunde meer hoeven volgen was voor mij een must. Op het moment dat ik dit kon laten vallen wees ik het dan ook vriendelijk, doch verzoekend en dwingend de deur. Hoe groot mijn talenknobbel ook is, dit is een taal die ik nooit zal kunnen begrijpen. 

Aan het einde van de vierde werd duidelijk dat ik het jaar niet zou halen. En hoewel ik dacht het een van de meest verschrikkelijke dingen was die me konden overkomen, bleek het precies het tegenovergestelde te zijn. Een nieuwe start gaf me meer kansen dan ik ooit voor mogelijk had kunnen houden. 

En opnieuw ging ik op zoek naar een toekomst, en al gauw zat ik op de open dag van de Hogeschool van Utrecht, te luisteren naar een vent die aan het uitleggen was wat de opleiding 'Journalistiek' inhoud. Binnen enkele minuten wist ik dat dit niet was wat ik wilde. Ja ik wil schrijven, maar niet op de manier die in de journalistiek wordt toegepast. Mijn vader was toen met het wijze besluit gekomen om nog even rond te kijken, en zo zijn we bij 'Communication & Multimedia Design' terecht gekomen. In tegenstelling tot de voorlichting van Journalistiek, was ik nu binnen enkele momenten dol enthousiast. Dit was 'm! Dit was de opleiding waar ik voor wilde gaan. Ik was nog net niet mijn biezen aan het pakken om van Amsterdam naar Utrecht te verhuizen, toen de toelatingseisen aan bod kwamen. Alle profielen kwamen in aanmerking, mits je wiskunde in je pakket had. 

Op dit moment realiseerde ik me pas wat voor een gigantische fout ik had gemaakt door wiskunde te laten vallen. Dit had mijn keuze mogelijkheden gigantisch gereduceerd. 

Ik slaagde op het nippertje voor mijn Havo diploma, en ging aan het werk. Schreef me in voor een cursus wiskunde A op de Loi, want ik wilde ook bij een steeds slimmer wordend Nederland horen. Wisselde een paar keer van baan, en kwam op goed geluk in Dansen bij Jansen terecht, waar ik in de garderobe met mijn wiskundeboeken zat te chillen, tot iemand zin of haar jas op wilde hangen. En in mei 2012 ging ik voor mijn staatsexamen wiskunde A.

Al gauw kreeg ik mijn resultaten terug, en gek genoeg kan je met een twee gemiddeld niet slagen. Gelukkig had ik op dit moment al bedacht dat ik de opleiding C&MD toch niet zo heel leuk vond. Er ging nog een tussenjaar voorbij, en weer ging ik alle open dagen af. En weer kwam ik per toeval bij een opleiding terecht die me perfect leek; Culturele Maatschappelijke Vorming (kleine shoutout naar alle CMV'ers). Toelatingseisen: Je had in ieder geval geen wiskunde nodig. Vol goede moed begon ik aan mijn eerste jaar als student. De Jansen ging dicht, en ik kon al mijn tijd in m'n studie steken. 

Maar Charlotte zou Charlotte niet zijn als ze niet haar concentratie verloor, en elk spoortje motivatie tot op het bot kwijtraakt. En er dan maar helemaal mee stopt. 

En nu zijn we hier. Ik ben momenteel op de een of andere reden niet in staat om mijn focus lang genoeg op een onderwerp te houden om het ook daadwerkelijk tot een mooi einde te brengen. En als ik heel eerlijk ben, zie ik het vaker somber in dan zonnig en stralend. Volgend jaar beginnen mensen waar ik eindexamen mee heb gedaan aan hun laatste jaar van hun studie. Andere ex-mede scholieren zijn hun carrière als muzikant, filmmaker, topmodel, etc. in een razend tempo aan het uitbreiden. En dat is best confronterend. Want wat heb ik nou helemaal uitgespookt de afgelopen drie jaar? Niet iets wat ik heel noemenswaardig vind. 

Ik knarsetand zoveel door alle toekomststress dat ik bijna een nieuw gebit nodig heb, en ben ik voornamelijk aan het dromen over een realiteit die ontzettend ver achter me ligt. Maar wat ik met mijn toekomst aan moet? Een vraag waarvan ik weet dat ik niet de enige ben die deze vrij regelmatig aan zichzelf stelt, maar wat het niet makkelijker maakt. Maar goed, wie verzint het dan ook om een kind op zijn 14e al moeilijke keuzes te laten maken over de rest van zijn/haar leven. 

Voor nu hou ik mezelf maar gewoon voor dat ik heel gelukkig word. 

zondag 13 juli 2014

Er zaten twee motten, in m'n oude jas.

Ik werd wakker van zacht getik tegen mijn raam. In eerste instantie was ik er sterk van overtuigd dat het weer eens aan het regenen was, maar de pauzes die tussen het getik door zaten waren abrupt en niet logisch. Even hoopte ik, al slaapdronken weliswaar, dat ik misschien in een slechte romantische film uit de jaren 80 was beland, en dat er iemand steentjes tegen m'n raam zat te gooien. Tot ik de schaduw zag. 

Het beestje met ongeveer acht centimeter brede spanwijdte was panisch tegen de binnenkant van mijn raam aan het vliegen. En tegen het plafond. En tegen de muren. Compleet gedesoriënteerd zocht hij een weg naar buiten. En ik wilde dolgraag dat hij deze weg vond, want heel gelukkig word ik niet van vliegende insecten in mijn kamer om 2 uur 's nachts. 

Het raam was geen optie. Sowieso was het al een raadsel hoe de mot was binnengekomen, want uit voorzorg om de beesten buiten te houden deze zomer, had mijn huisgenote eerder dit jaar horren voor alle ramen geplakt. En de deur van mijn slaapkamer was dicht. Bij deze werd de mot gepromoveerd tot mini Houdini, want ik vond het een prestatie op zich. 

Het lampje naast m'n bed deed ik aan, en Houdini ging prompt op het gordijn ter hoogte van het licht zitten. Als ik de ademhaling had kunnen opmerken, had ik waarschijnlijk gezien dat Houdini's borst in paniek op en neer ging. 

Ik glipte mijn bed uit, zwaaide de deur van de kamer open, en deed daar het licht aan. Als een ninja sprong ik terug naar mijn bed om hier mijn nachtlampje weer uit te doen. Houdini begon weer spastisch te vliegen. Bleef rond fladderen op enkele centimeters van mijn hoofd af, en vervolgde daarna zijn weg naar de woonkamer. Naar het licht. 

Met een opgerold tijdschrift in mijn rechterhand en mijn concentratievermogen op tien begon ik de jacht. Tegen de tijd dat ik Houdini eindelijk bij een uitgang zou hebben zou ik uren verder zijn, dus wilde hem voor eens en altijd, samaritaan dat ik ben, uit zijn lijden verlossen. 

Een paar flinke tikken verder, en Houdini viel verslagen op de grond. Ergens, achter een kast. Ik hervond mijn slaappositie in bed en had net mijn ogen dicht toen ik weer getik hoorde. Het was ditmaal alleen net iets anders. Dwingender, agressiever. 

Ik had opeens de ontzettende nood om naar het toilet te gaan, maar verroerde me niet. 
Houdini was dáár. Ik durfde me dáár niet te vertonen. 

He is out to get me. His watch was set on 'payback time, B*tch'.