Over mij.

Mijn foto
Ik ben Charlotte, kom uit Amsterdam, en ik maak de gekste dingen mee. Dat is mijn vloek. En deze dingen en ervaringen, deel ik hier. Om maar het beste van mijn vloek te maken.

woensdag 18 maart 2015

In de maneschijn.

Ik was een jaar of tien, elf. Met mijn ouders waren we voor de zomer een paar weken naar Frankrijk afgereisd. Tent in de achterbak en karren, zoals zoveel Nederlandse gezinnen dit deden. Heerlijk zwemmen in het meertje, verse croissantjes van de bakker, en jus d'orange met een raar smaakje. 

Deze zomer was er een zonsverduistering. Wat best speciaal was, want hoe vaak in je leven maak je nou een zonsverduistering mee. Met een speciaal brilletje op stonden we te wachten tot het donker werd. Midden op de dag. En maar naar boven turen, en het enige wat je zag was een zwarte ronde vlek met een soort aureool er omheen. Op de camping werd het doodstil. De vogels hielden op met fluiten, de kikkers waren onder water gedoken, en de omstanders hielden allemaal hun adem in. 

Van mijn omgeving, en van de rest van de zomer kan ik me niet heel veel meer herinneren. Alleen die ene zwarte, ronde vlek. Aanstaande vrijdag (20 maart), is er weer eentje te zien in Nederland. En dan zit ik, met eclipsbrilletje en al weer klaar, om naar de zwarte ronde vlek te kijken. 

dinsdag 3 maart 2015

Ik ben een boom.

Op de middelbare school had ik een biologie leraar die nogal... onvoorspelbaar was. Ik denk dat dit wel de beste benaming is die je deze meneer kan geven. Bij binnenkomst was het namelijk altijd maar afwachten in wat voor een bui de beste man was. 

Er was bij hem nooit een middenweg te vinden. Of hij was goed gehumd, of totaal niet te genieten. Of hij vond je een stoorzender, of een zonnestraaltje.  

Tijdens repetities of schriftelijke overhoringen was de sfeer van het biologie lokaal altijd gespannen. De geur van (angst)zweet van puberende leerlingen hing altijd penetrant en doordringend in de lucht. Bij binnenkomst werd verwacht dat de werkboeken, gekaft, ingevuld met blauwe pen, op het bureau van de leraar werden gelegd. Die werden dan gecontroleerd, en had je de opdrachten van het behandelde hoofdstuk niet gemaakt, dan kon je vertrekken. Want, 'repeteren is herhalen, en als je je werkboek niet hebt gemaakt kan je niks herhalen'. En dan had je dus automatisch een één. 

Nee, deze leraar was niet bij alle leerlingen geliefd. Maar hij had af en toe zo zijn grappige trekjes. In mijn derde jaar hadden we het over genen. En cellen. En bladgroenkorrels. En dat planten die laatste wel hebben, en mensen niet. En dan stond mijn serieuze biologie leraar op, terwijl hij verder vertelde; 'Omdat je als mens deze korreltjes dus niet hebt, kan je niet midden in een weiland gaan staan en 'IK BEN EEN BOOM!' roepen en verwachten dat je dan in een boom veranderd'. Hierbij stak hij z'n armen als waren het takken opzij, zette zijn meest lijzige gezicht op en sprak de woorden 'Ik ben een boom' met de lage stem die je bij een knoestige oude eik zou verwachten. 
-Ik kan me voorstellen dat het beeld geschreven niet helemaal overkomt, maar geloof mij dat het voor een 14/15 jarige best grappig is als zijn bizar strenge biologie leraar opeens een boom nadoet. Tot op de dag van vandaag brengt deze lesmethode een glimlach op mijn gezicht. 

Ik had eigenlijk nooit verwacht dat ik ooit een heel verhaal over deze man zou schrijven, maar de reden is dat ik laatst een artikel heb gelezen waardoor ik weer aan zijn les moest denken. Je kan tegenwoordig namelijk wel in een weiland gaan staan en wachten tot je in een prachtige boom veranderd. 

Het is weliswaar pas nadat je bent overleden, maar het blijft een mooi initiatief van Bios Urn. Het idee is dat je na je overlijden gecremeerd wordt, om daarna je as in een biologische afbreekbare urn doet, waar ook zaden van een door jou uitgekozen boomsoort inzitten. Zo bedoel ik dus in een boom veranderen. Niet zoals in een sprookje, met boze heksen en zo. 

Ik vind dit wel iets voor mijn oude biologie leraar. Dat hij na zijn overlijden (wat hopelijk op late leeftijd en rustig in zijn slaap is) na al die keren, toch nog in een boom kan veranderen. Een middenweg, voor de man die niet aan een middenweg deed.

woensdag 18 februari 2015

Red, red wine.

Een wijnkenner ben ik niet. Absoluut niet. Ik weet wel wanneer ik een wijn lekker vind, welke geurtjes en smaakjes je er in kan ontdekken, of een kleur mooi vol is en of het er lichtelijk waterig uitziet (of smaakt). 

Maar zoals ik al zei; ik ben geen kenner, en dat maakt me ook een erg makkelijke wijndrinker. Ik vind het heus niet erg als jij voor een avondje gezellig-op-de-bank-kletsen-en-wijn-slobberen met letterlijke slobber wijn van de AH van nog geen drie euro aan komt zetten (Slobber wijn is van die wijn de je weg klokt alsof het limonade is). Geloof alleen niet wat er op het etiket staat. AH wijn van nog geen drie euro is niet fris en fruitig, lekker bij een stukje vis. AH wijn van nog geen drie euro is niet vol van smaak, lekker bij de pasta, of een stukje vlees in de zomer. Vies is het niet, hoor. Zoals ik al zei, ik ben geen kenner, maar ik kan me nog wel inleven in al die fijnproevers die inwendig (ook best vaak uitwendig) schreeuwen dat de smaak niet uitgesproken genoeg is. Volgens mij past de frisse, fruitige substantie die witte wijn moet voorstellen namelijk ook prima bij pasta of vlees. En vice versa

Er is alleen één plek waar ik toch elke keer weer de fout in ga om wijn te bestellen. In de kroegjes waarvan je weet dat je dat eigenlijk niet daar moet doen. Waar je beter een biertje kan bestellen. En voor mij is dat best moeilijk, want ik ben tótaal geen bier drinker. Behalve in de zomer, op het terras. En dan het liefst bier uit Mexico, met een limoenpartje in de hals van de fles. Of die ene met de rode vruchten smaak. Heerlijk. 
-En nu hoor ik alle échte bierdrinkers in- en uitwendig schreeuwen. 'DAT IS GEEN ECHT BIER!' 
Wijn in de donkere kroegjes, die zijn pas echt slecht. Zelfs voor een leek zoals ik is dat duidelijk. Je zal mij nooit romantiserend horen praten over die ene zomerse dag op dat terras bij dat typische Amsterdamse kroegje waar ze wijn op de tap hadden die na 5 slokken ondanks alles best lekker was. De sfeer zat er goed in dus wat maakte die goedkope wijn nou uit? Nee, want 'De eerste slok' is al foute boel. Een soort zurig, zoete smaak terwijl je toch echt een droge witte had besteld. En die eeuwige dorst na elke slok. En niet zozeer de kater, maar de knallende koppijn, wat eigenlijk een voorbode van de kater is, die na twee wijntjes al de kop op komt zetten, doet mij meestal de das om. 

Toch houd ik van wijn. Ontzettend veel. Vooral omdat er zo verschrikkelijk veel verschillende soorten zijn. Je bent altijd bezig met nieuwe smaakjes ontdekken. Tenzij je de wijn van de AH neemt, natuurlijk. 

maandag 5 januari 2015

Bourgondische voornemens.

Ik ben niet zo iemand die het nodig vindt om elk jaar een nieuw lijstje te maken met punten van mezelf die ik anders wil. Over het algemeen zijn dit punten waar ik het hele jaar mee worstel, en waar ik geen jaarwisseling voor nodig heb om er iets aan te veranderen. En als ik al goede voornemens zou hebben, zou ik meer eten, meer drinken, minder sporten, meer van het leven genieten. Bourgondisch, noemen ze dat. Met een eendenbout in de ene hand, en een kelk met rode wijn in de ander. 

Nee, goede voornemens zijn niks voor mij. Ik ben meer van het 'verdergaan waar ik vorig jaar gebleven ben'. En vorig jaar ben ik (geloof het of niet) begonnen met sporten. Het doel was 3 keer in de week, maar ik ben al blij als ik mezelf een keer per week bij elkaar heb weten te rapen, en me op de fiets door weer en wind naar de naar zweet meurende ruimte heb weten te slepen. Waar de mannen grommend de halters hoog boven hun hoofden houden, en een aanzienlijk aantal vrouwen dat bij het eerste zweetdruppeltje al van de cardio apparaten springt, om een sprintje naar de douches te trekken. En ik sta daar tussen, hoofd zo rood als een tomaat, bril beslagen, en doorweekt van het zweet. Beetje tegen gewichtjes aanduwen, doen alsof ik productief bezig ben... Beetje afwachtend tot ik lang genoeg tegen gewichtjes aan heb geduwd om weer naar huis te kunnen gaan, en me vol te stouwen met veel te veel eten, 'want ik heb gesport vandaag'. Want ik leef bourgondisch.

Het bourgondische is er zo na kerst ook wel een beetje af... De kerstboom is afgetuigd, het vuurwerk is afgestoken, de maaltijden genuttigd. En de gerechten die ik de afgelopen tijd heb gegeten, zal ik echt niet het hele jaar door maken. Zóveel moeite, dat zou een full time job worden. Weg magie. De after Christmas dip gaat van start.

Misschien dat we ons daarom met goede voornemens bezig houden. Nog even de goede mens spelen die we tijdens kerst waren. Als bourgondiërs van het nieuwe jaar genieten. Tot het krampachtige vasthouden aan dit gevoel meer spierpijn veroorzaakt dan het nieuwe abonnement van de sportschool.